Übersicht
Schwedisch nach Niederländisch: mehr Daten
-
begiva sig på väg:
-
Wiktionary:
begiva sig på väg → op weg brengen, op weg helpen, voortlopen
-
Wiktionary:
Schwedisch
Detailübersetzungen für begiva sig på väg (Schwedisch) ins Niederländisch
begiva sig på väg: (*Wort und Satz getrennt)
- avundas: benijden; misgunnen; niet gunnen
- brottas: worstelen; met iemand worstelen
- brännas: aanbakken
- dagas: dagen; aanbreken van de dag; lichten; licht worden
- finnas: zijn; bestaan; leven; existeren; gebeuren; plaatsvinden; voordoen; passeren; voorvallen; plaats hebben
- flockas: samendringen
- frodas: bloeien; floreren; goed lopen
- fäktas: schermen
- förbittras: verbolgen worden; bitter worden
- förenas: samenstromen
- förfäras: gruwelen; griezelen; gruwen
- förlängas: lengen
- förskräckas: schrikken
- försoffas: stagneren; op hetzelfde niveau blijven
- förstummas: verstommen; verstillen
- förstärkas: versterken; sterken; sterker worden
- försämras: verslechteren; erger worden; tanen; afrotten
- gnabbas: ruzieën; twisten; kibbelen; bekvechten; bakkeleien; hakketakken
- gruffas: vechten; kampen; matten; knokken; duelleren; bakkeleien
- splittras: springen; splitsen; klappen; ontploffen; exploderen; splijten; kloven; klieven; uit elkaar spatten; uit elkaar springen; uiteensplijten
- sprängas: springen; klappen; ontploffen; exploderen; opwaaien; uit elkaar spatten; uit elkaar springen
- stegras: verhogen; hoger maken
- stärkas: versterken; sterken; sterker worden
- stötas: reppen; jachten; spoeden; jakkeren
- på: aan; bij; erbij; erop; te; via; ter; à; bij de
- vag: vaag; wazig; vaag zichtbaar
- väg: weg; baan; straat; straatweg; afstand; traject; route; pad; ronde; etappe; tournee; baanvak
- våg: weegschaal; balans; bascule; weegbrug; waag; weeghuis; snelweger
Wiktionary Übersetzungen für begiva sig på väg:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• begiva sig på väg | → op weg brengen; op weg helpen; voortlopen | ↔ acheminer — Faire entrer, faire avancer dans un chemin. |