Übersicht
Schwedisch nach Niederländisch: mehr Daten
-
ställa in sig på:
-
Wiktionary:
ställa in sig på → instellen
-
Wiktionary:
Schwedisch
Detailübersetzungen für ställa in sig på (Schwedisch) ins Niederländisch
ställa in sig på: (*Wort und Satz getrennt)
- ställa: plaatsen; zetten; neerzetten; bijzetten; leggen; situeren; deponeren; zich afspelen; inklinken; op stal zetten
- IN: integriteitsniveau; IL
- avundas: benijden; misgunnen; niet gunnen
- brottas: worstelen; met iemand worstelen
- brännas: aanbakken
- dagas: dagen; aanbreken van de dag; lichten; licht worden
- finnas: zijn; bestaan; leven; existeren; gebeuren; plaatsvinden; voordoen; passeren; voorvallen; plaats hebben
- flockas: samendringen
- frodas: bloeien; floreren; goed lopen
- fäktas: schermen
- förbittras: verbolgen worden; bitter worden
- förenas: samenstromen
- förfäras: gruwelen; griezelen; gruwen
- förlängas: lengen
- förskräckas: schrikken
- försoffas: stagneren; op hetzelfde niveau blijven
- förstummas: verstommen; verstillen
- förstärkas: versterken; sterken; sterker worden
- försämras: verslechteren; erger worden; tanen; afrotten
- gnabbas: ruzieën; twisten; kibbelen; bekvechten; bakkeleien; hakketakken
- gruffas: vechten; kampen; matten; knokken; duelleren; bakkeleien
- splittras: springen; splitsen; klappen; ontploffen; exploderen; splijten; kloven; klieven; uit elkaar spatten; uit elkaar springen; uiteensplijten
- sprängas: springen; klappen; ontploffen; exploderen; opwaaien; uit elkaar spatten; uit elkaar springen
- stegras: verhogen; hoger maken
- stärkas: versterken; sterken; sterker worden
- stötas: reppen; jachten; spoeden; jakkeren
- på: aan; bij; erbij; erop; te; via; ter; à; bij de
Wiktionary Übersetzungen für ställa in sig på:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ställa in sig på | → instellen | ↔ einstellen — (reflexiv) sich auf etwas vorbereiten |