"storlek" übersetzt von Schwedische ins Niederländisch--Interglot

Schwedisch

Detailübersetzungen für storlek (Schwedisch) ins Niederländisch

storlek (mått; utsträckning; omkrets; dimension)
de dimensie
– afmeting ¹
- dimensie [de ~ (v)] Nomen
  - de doos heeft drie dimensies: lengte, breedte en hoogte¹
de omvang; de grootte; het formaat
- omvang [de ~ (m)] Nomen
- grootte [de ~ (v)] Nomen
- formaat [het ~] Nomen
de maat; de mate
– hoe groot het is ¹
- maat [de ~ (m)] Nomen
  - welke maat schoenen heb je?¹
- mate [de ~] Nomen
  - in zekere mate heeft hij gelijk¹
de afmeting
– hoe lang, breed of hoog het is ¹
- afmeting [de ~ (v)] Nomen
  - heb je de afmetingen van die kast opgeschreven?¹
storlek (innehåll; volym)
de inhoud; het volume; grootte in de ruimte
- inhoud [de ~ (m)] Nomen
- volume [het ~] Nomen
- grootte in de ruimte [znw.] Nomen
storlek (reslighet; höjd)
rijzigheid
- rijzigheid [znw.] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
afmeting	dimension; mått; omkrets; storlek; utsträckning	dimension
dimensie	dimension; mått; omkrets; storlek; utsträckning	dimension
formaat	dimension; mått; omkrets; storlek; utsträckning
grootte	dimension; mått; omkrets; storlek; utsträckning
grootte in de ruimte	innehåll; storlek; volym
inhoud	innehåll; storlek; volym	avsikt; betydelse; index; innehåll; innehållsförteckning; intention; kapacitet; mening; potential
maat	dimension; mått; omkrets; storlek; utsträckning	dimension; dragningskraft; kamrat; kompanjon; kompis; partner; polare; vän
mate	dimension; mått; omkrets; storlek; utsträckning	grad
omvang	dimension; mått; omkrets; storlek; utsträckning	utsträckning
rijzigheid	höjd; reslighet; storlek
volume	innehåll; storlek; volym	innehåll; kapacitet; ljudnivå; volym
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
diepte loden	gradera; justera; kalibrera; mäta rymd; storlek
grootte wijzigen	storlek

Cross Translation:

From	To	Via
• storlek	→ maat	↔ Größe — kurz für: Konfektionsgröße
• storlek	→ bestek; uitgebreidheid; grootte; omvang	↔ ampleur — caractère de ce qui est ample.
• storlek	→ coupe; figuur; postuur; statuur; gestalte; lichaamsbouw; grootte; maat; mate; afmeting; dimensie; bestek; uitgebreidheid; omvang	↔ taille — coupe ; manière dont on couper certaines choses, dont elles tailler.

Computerübersetzung von Drittern: