Consequence: englische und niederländische Suchergebnisse gefunden im Interglot Wörterbuch

Übersicht

Englisch nach Niederländisch: mehr Daten

consequence:
- consequentie; gevolg; voortvloeisel; uitvloeisel; resultaat; effect; uitwerking
Wiktionary:
- consequence → gevolg, consequentie
- consequence → gevolg, consequentie, succes, welslagen, uitvloeisel, voortvloeisel, afloop, resultaat, uitkomst, eindresultaat, reactie, terugslag, weerslag

Englisch

Detailübersetzungen für consequence (Englisch) ins Niederländisch

the consequence (result; outcome; fruit)

– a phenomenon that follows and is caused by some previous phenomenon ¹
de consequentie; het gevolg; het voortvloeisel; het uitvloeisel
- consequentie [de ~ (v)] Nomen
- gevolg [het ~] Nomen
- voortvloeisel [het ~] Nomen
- uitvloeisel [het ~] Nomen
the consequence (result; effect)
het resultaat; het effect; het gevolg
- resultaat [het ~] Nomen
- effect [het ~] Nomen
- gevolg [het ~] Nomen
the consequence (effect)
de uitwerking; het effect
- uitwerking [de ~ (v)] Nomen
- effect [het ~] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
consequentie	consequence; fruit; outcome; result
effect	consequence; effect; result
gevolg	consequence; effect; fruit; outcome; result	accepting; bringing about; carrying out; court; court circle; court dignitaries; effect; obeying; royal household
resultaat	consequence; effect; result	result
uitvloeisel	consequence; fruit; outcome; result
uitwerking	consequence; effect
voortvloeisel	consequence; fruit; outcome; result
-	aftermath; effect; event; import; issue; moment; outcome; result; upshot
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
resultaat		arrive at; end up; lead to; result in; turn out; work out
Other	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
-	importance

consequence

noun

a result of actions
- consequence → gevolg
that which follows something on which it depends; that which is produced by a cause
- consequence → consequentie; gevolg

consequence

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• consequence	→ gevolg	↔ Gefolge — eine Folge, Konsequenz eines anderen Ereignisses
• consequence	→ consequentie	↔ Konsequenz — Auswirkung einer Handlung, Folge
• consequence	→ succes; welslagen; gevolg; uitvloeisel; voortvloeisel; afloop; resultaat; uitkomst; consequentie; eindresultaat	↔ aboutissement — Action d’aboutir.
• consequence	→ reactie; terugslag; weerslag; consequentie; gevolg	↔ conséquence — suite qu’une action ou un évènement peut avoir.