Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- bestrijden:
-
Wiktionary:
- bestrijden → bekämpfen
- bestrijden → bekriegen, bekämpfen, streiten, bestreiten, abstreiten, Abrede, anfechten, beanstanden, Einspruch erheben, protestieren
Niederländisch
Detailübersetzungen für bestrijden (Niederländisch) ins Deutsch
bestrijden:
-
bestrijden (aanvechten; betwisten)
-
bestrijden (bevechten; bekampen)
Konjugationen für bestrijden:
o.t.t.
- bestrijd
- bestrijdt
- bestrijdt
- bestrijden
- bestrijden
- bestrijden
o.v.t.
- bestreed
- bestreed
- bestreed
- bestreden
- bestreden
- bestreden
v.t.t.
- heb bestreden
- hebt bestreden
- heeft bestreden
- hebben bestreden
- hebben bestreden
- hebben bestreden
v.v.t.
- had bestreden
- had bestreden
- had bestreden
- hadden bestreden
- hadden bestreden
- hadden bestreden
o.t.t.t.
- zal bestrijden
- zult bestrijden
- zal bestrijden
- zullen bestrijden
- zullen bestrijden
- zullen bestrijden
o.v.t.t.
- zou bestrijden
- zou bestrijden
- zou bestrijden
- zouden bestrijden
- zouden bestrijden
- zouden bestrijden
diversen
- bestrijd!
- bestrijdt!
- bestreden
- bestrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
bestrijden (aanvechten; betwisten)
Übersetzung Matrix für bestrijden:
Wiktionary Übersetzungen für bestrijden:
bestrijden
Cross Translation:
verb
-
de strijd aanbinden met iets of iemand
- bestrijden → bekämpfen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bestrijden | → bekriegen; bekämpfen | ↔ battle — (transitive) to assail in battle; to fight |
• bestrijden | → streiten; bestreiten; abstreiten; Abrede | ↔ contester — Mettre en discussion ce que quelqu’un revendique. |
• bestrijden | → anfechten; beanstanden; Einspruch erheben; protestieren | ↔ protester — promettre formellement, assurer positivement, solennellement. |