Niederländisch
Detailübersetzungen für zeer doen (Niederländisch) ins Spanisch
zeer doen:
-
zeer doen (pijn doen; knauwen; pijn bezorgen)
-
zeer doen (grieven; pijn doen; kwetsen; krenken)
doler; dañar; hacer daño a una persona; herir; ofender; agraviar; causar perjuicio; perjudicar; injuriar; hacer mal-
doler Verb
-
dañar Verb
-
herir Verb
-
ofender Verb
-
agraviar Verb
-
causar perjuicio Verb
-
perjudicar Verb
-
injuriar Verb
-
hacer mal Verb
-
-
zeer doen (pijn doen; verwonden; pijn bezorgen)
Konjugationen für zeer doen:
o.t.t.
- doe zeer
- doet zeer
- doet zeer
- doen zeer
- doen zeer
- doen zeer
o.v.t.
- deed zeer
- deed zeer
- deed zeer
- deden zeer
- deden zeer
- deden zeer
v.t.t.
- heb zeer gedaan
- hebt zeer gedaan
- heeft zeer gedaan
- hebben zeer gedaan
- hebben zeer gedaan
- hebben zeer gedaan
v.v.t.
- had zeer gedaan
- had zeer gedaan
- had zeer gedaan
- hadden zeer gedaan
- hadden zeer gedaan
- hadden zeer gedaan
o.t.t.t.
- zal zeer doen
- zult zeer doen
- zal zeer doen
- zullen zeer doen
- zullen zeer doen
- zullen zeer doen
o.v.t.t.
- zou zeer doen
- zou zeer doen
- zou zeer doen
- zouden zeer doen
- zouden zeer doen
- zouden zeer doen
diversen
- doe zeer!
- doet zeer!
- zeer gedaan
- zeer doend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze