Übersicht
Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten
- praktisch:
-
Wiktionary:
- praktisch → práctico, práctica, prácticamente
Niederländisch
Detailübersetzungen für praktisch (Niederländisch) ins Spanisch
praktisch:
-
praktisch (in de praktijk)
-
praktisch (bruikbaar; nuttig; voordelig)
fructífero; rentable; lucrativo; fértil; fecundo-
fructífero Adjektiv
-
rentable Adjektiv
-
lucrativo Adjektiv
-
fértil Adjektiv
-
fecundo Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für praktisch:
Adverb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
- | bijna; haast; nagenoeg; vrijwel | |
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
fecundo | bruikbaar; nuttig; praktisch; voordelig | |
fructífero | bruikbaar; nuttig; praktisch; voordelig | vruchtdragend |
fértil | bruikbaar; nuttig; praktisch; voordelig | corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig |
lucrativo | bruikbaar; nuttig; praktisch; voordelig | corpulent; de moeite waard; dik; gezet; lijvig; lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend; zwaarlijvig |
práctico | in de praktijk; praktisch | gemakkelijk; handig; handzaam; koel; nuchter; nuttig; practisch; zakelijk |
rentable | bruikbaar; nuttig; praktisch; voordelig | de moeite waard; lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend |