Niederländisch
Detailübersetzungen für ventileren (Niederländisch) ins Französisch
ventileren:
-
ventileren (ontluchten)
ventiler; aérer-
ventiler Verb (ventile, ventiles, ventilons, ventilez, ventilent, ventilais, ventilait, ventilions, ventiliez, ventilaient, ventilai, ventilas, ventila, ventilâmes, ventilâtes, ventilèrent, ventilerai, ventileras, ventilera, ventilerons, ventilerez, ventileront)
-
aérer Verb (aère, aères, aérons, aérez, aèrent, aérais, aérait, aérions, aériez, aéraient, aérai, aéras, aéra, aérâmes, aérâtes, aérèrent, aérerai, aéreras, aérera, aérerons, aérerez, aéreront)
-
Konjugationen für ventileren:
o.t.t.
- ventileer
- ventileert
- ventileert
- ventileren
- ventileren
- ventileren
o.v.t.
- ventileerde
- ventileerde
- ventileerde
- ventileerden
- ventileerden
- ventileerden
v.t.t.
- heb geventileerd
- hebt geventileerd
- heeft geventileerd
- hebben geventileerd
- hebben geventileerd
- hebben geventileerd
v.v.t.
- had geventileerd
- had geventileerd
- had geventileerd
- hadden geventileerd
- hadden geventileerd
- hadden geventileerd
o.t.t.t.
- zal ventileren
- zult ventileren
- zal ventileren
- zullen ventileren
- zullen ventileren
- zullen ventileren
o.v.t.t.
- zou ventileren
- zou ventileren
- zou ventileren
- zouden ventileren
- zouden ventileren
- zouden ventileren
en verder
- ben geventileerd
- bent geventileerd
- is geventileerd
- zijn geventileerd
- zijn geventileerd
- zijn geventileerd
diversen
- ventileer!
- ventileert!
- geventileerd
- ventilerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für ventileren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
aérer | ontluchten; ventileren | opluchten |
ventiler | ontluchten; ventileren |
Wiktionary Übersetzungen für ventileren:
ventileren
ventileren
verb
-
assainir en mettre en contact avec l’air.
- aérer → luchten; spuien; uitluchten; ventileren; wannen
-
renouveler l’air au moyen d’un ventilateur.