Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->übersetze schalksheid

übersetze schalksheid von Niederländische ins Schwedisch

Übersicht

Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten

schalksheid:
- pojkstreck; skurkaktighet; busande; skälmeri
schalks:
- skälmaktigt; uppslupet; lustig; munter; skojfrisk; muntert; lustigt; skojfriskt

Niederländisch

Detailübersetzungen für schalksheid (Niederländisch) ins Schwedisch

schalksheid:

schalksheid [de ~ (v)] Nomen

de schalksheid (schelmsheid; snaaksheid)
pojkstreck; skurkaktighet; busande; skälmeri
- pojkstreck [-ett] Nomen
- skurkaktighet [-en] Nomen
- busande Nomen
- skälmeri [-ett] Nomen

Übersetzung Matrix für schalksheid:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
busande	schalksheid; schelmsheid; snaaksheid
pojkstreck	schalksheid; schelmsheid; snaaksheid	deugnieterij
skurkaktighet	schalksheid; schelmsheid; snaaksheid
skälmeri	schalksheid; schelmsheid; snaaksheid

Verwandte Wörter für "schalksheid":

schalksheden, schalks

schalks:

schalks Adjektiv

schalks (guitig; ondeugend; kwajongensachtig; snaaks; bengelachtig; spotachtig; schelmachtig; schelms; schalkachtig)
skälmaktigt; uppslupet; lustig; munter; skojfrisk; muntert; lustigt; skojfriskt
- skälmaktigt Adjektiv
- uppslupet Adjektiv
- lustig Adjektiv
- munter Adjektiv
- skojfrisk Adjektiv
- muntert Adjektiv
- lustigt Adjektiv
- skojfriskt Adjektiv

Übersetzung Matrix für schalks:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
munter		opgewektheid
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
lustig	bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig	grappig; humoristisch; kluchtig; koddig; komiek; komisch; leuk
lustigt	bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig	grappig; humoristisch; kluchtig; koddig; komiek; komisch; leuk; leuke
munter	bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig	blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig
muntert	bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig	blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig
skojfrisk	bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig
skojfriskt	bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig
skälmaktigt	bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig
uppslupet	bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig

Verwandte Wörter für "schalks":

schalksheid, schalkse, schalk